Droomkoninkje

Titel
Droomkoninkje

Jaar
1924

Druk
1983

Overig
9ed 1983

Pagina's
258



‘Je moet ons niet alleen laten,’ drensde hij, en het leek of zijn schorheid op zijn longetjes oversloeg, ‘ik heb je de trap af horen gaan, en de deur zachtjes opendoen, enne toen zee zij: moeder wil niks meer van ons weten - moeder is met vader het bos ingegaan - enne as je broodkruimpies achter je neersmijt om de weg te onthouwen, vreten de vogels, vreten Peerie en Meerie de kruimpies op, enne dan weten wij de weg niemeer. Toen ben ik van de berg gesprongen om te zien waar je na toe was.’

‘Ach, me liefste schattej ongen,’ troostte ze en haar boosheid helemaal vergetend, sloot ze hem in haar armen, en drukte ze het gloeiend hoofdje tegen zich aan. ‘Dacht je nou, dat moeder haar moederskinnie en het arme, kleine zusje zomaar aan hun lot zou overlaten?’

‘Waarom loop je dan stiekem weg?’

‘Omdat ik een brief aan tante Toos in de bus heb gestoken...’ ‘Blijf je hier bij me zitten?’

‘Natuurlijk mijn schat.’

Kreunend, maar toch echt tevreden dat hij haar lieve hand mocht vasthouden, gleed hij in het hoofdkussen terug. ‘Nou zal ik eerst effe je stoute voet voorzien,’ zei ze, zijn tegenstribbelend vuistje kussend. ‘Heb je erge pijn?’

‘Er zat straks een heuse rat an me hiel te knabbelen.’

‘Dat heb je je verbeeld, vent,’ praatte ze, en het rilde haar rug langs. ‘Er zijn hier geen ratten.’

‘Welis, zei hij, zich prettig uitrekkend, omdat de enkele handen van moeder rond de omzwachtelde voet, de pijnen al deden vluchten. ‘Het was die grote kanjer uit het riool. Die met zijn snor en zijn naaldestaart, die met zo’n vaart langs de wallekant schiet. Hij zat zo lollig, moeder, met zijn voorste poten in de hoogte en een gouwen bril op zijn neus, dat ik onder dekens moest lachen, om zussie niet wakker te maken. Wat heb jij, verdorie, uitgehaald, zei hij...’

‘Je mag geen verdorie zeggen, schat, dat is een lelijk woord.’ ‘En zij zegt het ook.’

‘Wie?’

‘Het Was-merakel van benejen.’

‘Je hoeft niet alles na te zeggen wat anderen voorzeggen, schat. Doe ik je geen pijn? En wat zei de brutale ratteman met zijn gouwen bril?’

‘Hij zei: wat heb je verdorie uitgehaald? - dat zei hij, ik

79

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.