'gestookt door adders uit de buurt, - ik meen dat woord waarachtig, want wat hebben ze er aan een evenmens te bekladden en in het ongeluk te storten? — op de meubelen beslag laten leggen. En onze kleine jongen, die door Gods wil met zo’n zielige voet op de wereld gekomen is, had in zijn speelsheid een ketel kokend water over zijn gezonde voet gekregen. Ik zal het mezelf nooit vergeven dat ik de twee kinderen een uur alleen heb gelaten. Je mag dat als moeder niet, maar wie kon denken dat de jongen, die nooit iets onvertogens doet, op de inval zou komen om zijn kleine zusje een warme kruik te geven? Nu ligt onze jongen sinds twee dagen met lelijke koortsen, omdat de blaren aan het voetje opengegaan zijn en er vuil bij is gekomen. Ik heb geen hoofd meer, lieve Toos. Het is te veel bij mekaar. Twee nachten heb ik met hem rondgetobd en ik maak me er bang over dat ik mijn melk op die manier voor mijn meisje zal verliezen en dan ben ik nog verder van huis. Vroeger noemden jullie me Lachebekje, maar het kost je moeite om te blijven lachen, ed probeer ik het voor mijn man en mijn kleine Koert, die geen pijn voelt als ik maar bij zijn bed blijf zitten en hem verhalen vertel. Ik wil je wel biechten, dat ik dikwijls niet weet wat ik vertel, en dat de tranen me dwars zitten, als het kind de vreemdste dingen zegt. Soms denk ik, dat we hem niet zullen behouden, en dat maakt me gek van verdriet. Want, nietwaar, lieve Toos, waarvoor leven wij mensen anders dem voor onze kinderen? Eerst als je onze leeftijd bereikt heb, besef je wat je je eigen moeder en vader tekort heb gedaan, en als moeder tob je telkens weer dat je je kinderen tekort doet. Toen ik gisteren boodschappen moest doen en Koert zo lang op onze zieke jongen en op het kleine dotje lette, ben ik voor het eerst sinds jeiren de parochiekerk binnengelopen. En... de rest begrijp je. Ik dacht eerst dat hij er kwaad om zou zijn, want geheimen heb ik niet voor hem. Hij zei enkel: dat moet je voor jezelf weten. Zo staan de zaken. Ken jij geen middel bedenken, om ons te helpen? Al doe je het dan maar voor mij en voor de kinderen. Ik weet niet hoe ik er de volgende dagen moet komen. We zijn in geen Bus en de apotheker levert niet anders als boter bij de vis. Groet je twee jongens, die nu wel grote memnen moeten zijn, en
77