Droomkoninkje

Titel
Droomkoninkje

Jaar
1924

Druk
1983

Overig
9ed 1983

Pagina's
258



de wolf, die d’r in wou. Als hij an me zussie was gekomen, had ik hem het broodmes door z’n ribbekast gestoken.’ ‘Wie was er hier, jongen?’

‘Asjeblief,’ zei vader, haar het papier met het grote, rode zegel tonend.

‘Wat kan ons dat schelen,’ glimlachte ze, ‘als wij en de kinderen maar gezond zijn, komt er de rest niet op aan’ en ze haalde vader naar zich toe en gaf hem een dikke zoen op zijn olievingers en terwijl ze hem verschrikkelijk lief aankeek zei ze nog: ‘Ik heb er daarnet niks van gemeend, schat. Al wat jij doet is goed, hoor je?’

Op het grote bed, om hem helemaal te verwennen, kreeg het mannetj e-met-de-blauwe-ogen een boterham met hagelslag en een kroes warme melk. Vader en moeder dronken koffie in de keuken en praatten zo zachtjes, dat je dacht, dat ze er niet meer waren. Zusje sliep en buiten tjilpten de vogels. Met zijn vingers de hagelslagvezeltjes zuinig van het dek rapend, als ze bij het voorzichtig happen er toch zonder een geluid vandoor wilden gaan, lag hij te prakkizeren hoe dolletjes het was, als je lang ziek kon blijven, met je prentenboeken bij je en met moeder naast je. Nou deelde hij gelijk op met de einder, die moeder zo lang in beslag had gehouden. En moeder kwam om de haverklap binnen, pakte en vertroetelde hem en vergat in de wieg te kijken. Fijn. Het kon hem niks meer schelen of zijn voet lag te hameren. Hardop begon hij de verhalen te lezen, in een stemming om bij te zingen. Maar tegen de late middag, toen moeder bij hem zat te verstellen, werd hij kribbig en humeurig, huilde hij om een kleinigheid, klaagde hij dat zijn tenen zo branden, wilde hij de windsels er af en toen moeder met vochtige ogen zei dat dat niet mocht, dat vader de dokter was gaan halen, schreeuwde hij het kleine meisje wakker, wilde hij geen dokter en met moeite kreeg ze het gedaan, dat hij niet zelf de repen linnen lostrok. Om hem stil te houden en af te leiden, vertelde ze het ene oude vertelseltje na het andere. Dan bleef hij rustig liggen en als ze in zijn blauwe, luisterende ogen keek, de ogen, die enkel schenen te leven om de wonderen uit haar mond te drinken en ze eraan dacht, hoe ze langzaam het allerheiligste tussen de lange, zijden wimpers had zien ontwaken, elk uur wat

7 2

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.