Droomkoninkje

Titel
Droomkoninkje

Jaar
1924

Druk
1983

Overig
9ed 1983

Pagina's
258



waarder en de getuigen gedaan had: ze gierde boven alles uit.

‘Nou, nou!’ trachtte de elektriciën te sussen en in zijn hou-dingloosheid - de dampen sloegen hem uit om dat van de jongen en het exploot van beslag - bukte hij zich over het hoofdje van het snikkende kereltje, dat hij tegen God en de wereld zou hebben verdedigd, waarmee hij gek was, dat hij geen sekonde zou kunnen missen - en met zijn ruwe, eeltige werkhand, streelde hij de blonde haren en het blote kuitje, zich de lippen bebijtend, om het zelf niet uit te barsten. Toen, omdat het hem te machtig werd, stond hij met een ruk van het bed op, stommelde de gang op en neer, smeet de keukenkast open en een schone linnen doek aan repen scheurend, wikkelde hij het voetje in de sla-olie, die nog in het tranende flesje was. Moeder hielp en zei allemaal lieve, troostende woordjes: ‘goed zo, schat-tejongen. En het was heel dapper van je dat je je zusje een warme kruik wou geven. En die voet is niks. Dat gaat in een paar dagen over. En nou mag je de hele dag in moeders bed blijven, met al je prentenboeken, hoor je? En als ik de deur uit ga koop ik nog zo’n mooi prentenboek voor je als je nog nooit heb gezien. Zo, nog een lappie en nou wat watten er om heen, dat er geen koud vuur bij kan komen, hè? Lekker, hè? Doet het nou nog pijn? Nee, hè? Me liefste, me grote, fikse jongen.’

En ze deed weer niks dan glimlachen, maar het was toch niet haar gewone lach, omdat haar ogen zo dik en rood en gezwollen waren, of ze voor vader uien gepeld had en de lucht van dat smerige goedje haar dwars had gezeten. Haar zondagse hoed ging in de kast en haar bloes met de koperen knoopjes hing ze netjes uit en met Magdalena aan haar borst kwam ze naast hem zitten, zo heerlijk dichtbij en met haar vrije hand hield ze zijn hand vast. Was dat fijn, ziek te wezen! De stomme voet, die op de keteltuit getrapt had, klopte wel of er nijdige dwergjes en kabouters onder het dek zaten, maar in het grote bed en moeder, die nou meer naar hem dan naar het kind keek - het was om er haasje-over bij te springen. Zalig!’ ‘Ik wier inene zo raar in me hoofd, moeder,’ babbelde hij na, ‘toen jullie binnenkwamen, dat ik je niemeer zag... Wat je toch ken overkomen, watte? Eerst de schrik met

71

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.