de en haar tranen bij zijn oor op het kussen drupten. ‘Waarom huil je, moeder?’ vroeg hij, de kamer nu ook herkennend. ‘Hoe laat is het vader? O nee, je horloge is nog niet weerom, wat? Hè, moeder wat ben ik nat over me boddie. En gedroomd as ik heb, zo’n merakel. Nou ga ik me aanklejen.‘
‘Je leit,’ zei vader toen en het flesje hield hij nog altijd bij zijn neus en perste de tranen in je ogen zo scherp als mosterd als het was. ‘Je leit in je pakkie op moeders bed, jongen! Zeg ons nou wat er gebeurd is! Heb je ergens pijn? Ben je gevallen? Nou dan - we zullen niet boos op je zijn as je niet jokt.’
Met glazige ogen keek het kind van vaders bleke kop naar moeder met haar zondagse hoed. En omdat tegelijk met het bewustzijn de vlijmende, stekende schrijning van de verbrande voet feller nog dan straks, begon te folteren, biechtte hij hortend, bang voor verwijten en voor vaders zwijgen, wat er met de ketel kokend water gebeurd was en hoe hij de smurrie in het keukentje keurig met de dweil had geredderd. Toen wou moeder de kous uittrekken en zich haastig overtuigen of het erg was, maar het jong-ske gilde zo, dat de kous aan zijn voet vastgegroeid was, dat de vrouw, die door haar gloeiende tranen niks meer zag, de schaar aan haar man moest geven, om de boel voorzichtig los te knippen en het kleine pootje met het paarsrauwe vlees en de gezwollen witte bulten uit zijn gevangenis kwam.
‘Daar heeft het schaap mee rondgelopen,’ snikte de vtouw en misschien voor het eerst in haar huwelijk verweet ze, om haar dadelijk bij de slaafse geslagenheid van de man, spijt van te hebben: ‘Dat kom er ook van als je in alles je zin doet, als je nooit vraagt, nooit overlegt en ik alleen voor de onplezierige dingen en de ellende meetel. Ik dorst ze niet alleen te laten! Kijk nou es an! Kijk me zo’n voetje es. Nou kan het schaap helemaal niet meer lopen.’ Vader zei niks. Er viel ook niks te zeggen. Want moeder huilde. Koertje lag met zijn hoofd in het kussen te grienen, omdat zijn been nou wel afgezet zou worden - was het niet met de schilleman gebeurd, die een heipaal op zijn bast had gekregen? - en de zuigeling, verschrikt door de ongewone geluiden, deed precies wat ze met de deur
70