Droomkoninkje

Titel
Droomkoninkje

Jaar
1924

Druk
1983

Overig
9ed 1983

Pagina's
258



vergleed, keek ze met doddeldijne-oogjes, die nog geen besef van zulke droomverhalen hadden, van een wereld met echte wolven en echte geiten, een huis zonder vader en moeder, en van een heldhaftig boertje, dat er boven op een stoelleuning spookhistories zat te vertellen.

‘Zie je nou wel,’ ging Koertje voort, en nu hij haar kijkertjes naar zich toe gewend zag, de kleine, zwarte pupilgaat-jes, waardoor je bij elkaar naar binnen mocht koekeloeren, ‘Zie je nou wel dat het een prachtig vertelsel is? Wacht effe, dan haal ik me prentenboek erbij, - dan ken je de zeven geitjes met d’r geitegezichtjes enne de smiegd van een wolf met zijn varkenskop zelf zien, anders geloof je nog dat ik je wat wijs maak.’

Zwiepen deed de deur achter hem, dat de sprei van het wiegje er rimpels van in haar voorhoofd kreeg, en met een vaart behinkte hij de trap naar zolder, telkens twee treden tegelijk, hort, hort, en het luik tjokte achter hem neer, of er een band van een auto sprong, en zijn toffels keilde hij in een hoek — allemaal dingen, die hij niet mocht als moes thuis was — en met dezelfde onstuimigheid holderdebolde hij omlaag, de slaapkamer weer in, en de stapel prentenboeken, die hij voor alle zekerheid meegesjouwd had, omdat hij bij ervaring wist dat als je met één boek begon, je er niet mee op kon houden, gleed met een roffel op het zeil. Dat was het gemakkelijkst.

De zuigeling, op het punt in te lodderen, schrok wakker, maar haar duim blééf in haar mondje - ze bekloof hem alleen wat zenuwachtiger en keek schichtig naar het pinkje, dat plots aan haar handje gegroeid leek.

‘Jok ik nou?’ vroeg het jong, zo buiten adem, dat het achter zijn flanelletje piepte: ‘daar hebbie moeder de geit met d’r boodschappenmand, die ze gedag zeit. Nou sla ik het blaadje om. Daar benne de zeven gehoorzame geitjes. Hé, hé! Als je je oogies dichtdoet, Lena, ken je niet zien — Nou komt de wolf met zijn zwarte roetpoot. Maar mis hoor! Het oudste geitje, dat ben ik, zeit: je komt er niet in, gluuphannes! Ik herken je an je zwarte poot. Als jij me moeder was, zou je een witte poot hebben. Stik maar, verdorie! Nou sla ik het blaadje weer om. Daar heb je de wolf die na de bakker loopt, de stiekeme dief en zijn poot in het vat met meel steekt. Dat weten

64

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.