Droomkoninkje

Titel
Droomkoninkje

Jaar
1924

Druk
1983

Overig
9ed 1983

Pagina's
258



loven en bieden.

‘Nee,’ zei moeder, het lange papier zenuwachtig achter haar voorschoot verkreukelend en plots weer klaarwakker: ‘dat is me te duur. Dat kennen wij niet betalen. Ik krijg zo pas een bevel van de personele... Ze laten je niet met rust.’ - Ze had ineens behoefte te jokken, om zich een houding te geven. En na haar bleke kleur, kreeg ze nu weer een vuurrode, omdat ze zelf voelde, dat een Rijksveldwachter niks met belastingbiljetten te maken had. De lucht van Strafzaken zat aan de blauwe uniform vast. Maar de visboer, die het een zorg was, wat de mensen tegen hem smoesden, als hij zijn vis maar kwijtraakte, knikte enkel of hij er weet van had: ‘Vertel mijn niks’, zei hij, de platte korfjes tegen zijn mouwvest aan, ‘ik leg er krom van. Je werkt vandaag niemeer voor het brood van je huishouwen, mens — je werkt voor de staat. Nou, doe er vier stuiver bij. Zo levend hebbie ze nog nooit in je huis gehad.’ Met dat hij het zei, deed de grootste bot wat de gevilde paling, die nu in het riool aan het baden was, gedaan had. Zijn staart naar zijn kop buigend, of hij zijn lichaam van roestbruine vlekjes in tweeën wilde vouwen, wipte hij op als een springveer, dook naar de vloer van het portaaltje en kikkerde op de trap toe, of hij naar boven wilde.

‘Raap es op, jonge,’ zei de boer.

‘Klek-klek-klek,’ zei de bot, die allebei zijn ivoren oogjes aan één kant van zijn neus had zitten - gossiemijne, dan liever een hinkende voet! en baleinen als hij deed, en windvanen met zijn staart, en gapen met zijn bek, of niemand haarlemmerdijkies met hem moest beginnen, nu hij losgebroken was. ‘Klek-klek-klek!’ Nu lag hij even uit te rusten, zoog alleen met zijn kieuwdeksels van vermoeidheid op en neer.

‘Durf je niet?’ vroeg de visboer, breeduit lachend.

‘Hij is nog zo klein,’ kwam moeder haar op de traptree teruggeweken zoon te hulp. Ze bukte liever zelf. Maar toen de IJ-bot moeders vingers, met de trouwring, aan zijn staart voelde, klepperde hij zo akelig als een kraai in het nest, bibberde hij of hij het op zijn zenuwen zou krijgen, en keek hij moeder zo vuil aan, dat ze haar papier met de twee leeuwtjes van schrik Het glippen en met een gilletje of hij haar gebeten had, opsprong. Toen zette de boer zijn twee korfjes op elkaar,

58

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.