Droomkoninkje

Titel
Droomkoninkje

Jaar
1924

Druk
1983

Overig
9ed 1983

Pagina's
258



geen cent! Flessentrekkersmanieren! Je betrekking eraan geven, terwijl je overal in de buurt in de schuld stak - je gouwe horlosie voor vijfentwintig gulden na de Lombardsteeg dragen - en dan met zijn allen een pret hebben of er wat lolligs gebeurd was. Een keet. Het kostte haar een beestige moeite niet los te komen en die mensen zonder God en gebod de vierkante waarheid te zeggen, maar ze had toch nog voldoende zelfbeheersing om enkel de deur met zo’n kwak dicht te slaan, dat de lach bij de grote ellendelingen ineens vastzat een leeg apothekersflesje verschrikt omkeek, zijn evenwicht verloor, zich aan een ander flesje met een rood wimpeltje vastgreep en met die ander samen in de afgrond van een openmuilende stenen emmer duikelde en met het gejank van een overreden hond zijn en zijn kameraads nek brak. ‘Scherven bij je bed, dat is geluk,’ zei vader en toen schrokken ze weer met zijn allen, moeder, vader, het moedervlees-knab-belende kind en hij. Want Keesebees, de poes, die tussen de platvoeten van buurvrouw door, de kraamkamer binnengeslipt was, eerst een staart als een vette paling door het dichtonweren van de deur had gekregen, toen weer de klem in zijn bek van het gebliksem in de emmer moest verstouwen, kwam in zijn vlucht met een nieuwe maansrug en een staart, die op springen stond, op moeders voet terecht, en omdat hij dacht dat er een derde knal zou volgen en moeder in doods-angstige zelfverdediging haar knieën tot een heuvel, waarop het fijn paardjerijden was, op trok, blies hij, de komiekert van een kater, met zo’n lawaai of de wind in de schoorsteen schuilei speelde. ‘Neem dat griezeldier weg!’ riep moeder met de natuurlijk dadelijk krijsende Magdalena onder het dek schuilend: ‘Neem hem weg voor hij ons aanvliegt!’ Vader kon niet. Die gleed van het lachen op de grond. En omdat Keesebees daar weer wat achter zocht, keek hij met zijn groene ogen bezeten rond wie hij een haal zou geven en schoot floep-floep onder het bed.

‘Is hij weg?’ vroeg moeder met een stem of ze een spons in haar keel had. ‘Ik laat hier het leven,’ zei vader, die zo paars in zijn gezicht werd of de ooievaar hem pas uit de windsels had losgewikkeld. ‘Man, ik stik!’ klaagde moeder. En omdat vader dat snapte en hij niet wilde dat er iets met moeder zou gebeuren, bukte hij nahijgend, en om de zoveel woorden losschaterend, met zijn baardige hoofd

49

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.