niet weten wou hoe lelijk hij zusje gevonden had, begon hij te jokken, dat ze een kroon van flonkerende diamanten op d’r hoofdje droeg - enne een mantel van hermelijn om haar pracht van een zondagse jurk - enne dat de duifjes zo maar om haar bedje heen en weer vlogen...
4
Het waren voor de lichamelijk-achterlijke, eenzelvige, schijnbaar vroegrijpe, maar toch diepst-kinderlijke dromer, vanaf de geboorte van het zusje en moeders kraambed, hortend-moeilijke dagen van eenzaamheid, vervreemding, troebelmelancholiek aanvoelen der dingen en dan weer, in overgangen zonder evenwicht, een zich onstuimigverloren overgeven, om met zijn kleine, tere ziel aansluiting in het grote gedrang van mensen, die hun eigen kinderziel allang verkwanseld hadden, te vinden. Vooral de allereerste dagen, toen moeder op advies van de man-met-de-gouden-bril, die hem ook eens, voor een nooit te vergeten poos, met een zwart speelgoedhamertje, dat nog niet eens half-pondjes in hout kon drijven, op zijn borst en zijn rug - met almaar diep asem inzuigen - gehamerd had, - toen moeder op advies van dié meneer zelfs niet met vader mocht praten, omdat ze zo een heet voorhoofd en zulke hete handen had en het spook van een zussie zonder haar aan een stuk lag te schreeuwen - van de honger, zei vader, terwijl de broodtrommel tot aan de rand toe vol was - wist hij zich niet te bergen van ongekropte lammenadigheid. In de keuken, waar moeder anders bij alles zong, als ze aardappels jaste, een karbonaadje voor vader braadde, of het beslag voor pannekoeken in de pisch-pisch-blazende ijzeren pan liet glijden, dat het witte, smeuïge meel bruine bladders van de hitte kreeg, in de keuken, waar hij zelf wel had mogen meehelpen om krenten te wassen en kastanjes te poffen, tegen de tijd dat dat het christuskindje geboren was en moeder met groene sparretakjes thuiskwam - stommelde nu de kwalijkgehumeurde buurvrouw van beneden, die alleen zulke hardhandige ogen had, dat ze tweemaal een bordje van het daagse ontbijtservies, zonder het aan te raken, gebroken had en de schilfers van
19