Droomkoninkje

Titel
Droomkoninkje

Jaar
1924

Druk
1983

Overig
9ed 1983

Pagina's
258



ineens weer met haar hoofd op de rand van het bed zat te snikken. ‘Je hoeft me niks te geven, hoor! Ik weet toch wel dat je geen centen heb. Kan me niemendal schelen, as je maar van me houdt en geen verdriet heb. Kom nou, me lieve moeder, leg je hoofdje maar neer. Is vader stout geweest? Zo. Nou droog ik je tranen met een schone punt van het laken. Dat is één traan, dat benne twee tranen, enne dat is een klein traantje, dat niet eens uit je oog durft te komen, omdat hij het snapt dat ik hem dadelijk met Pieterman mee naar Spanje geef! Laat het er nog eens een proberen! Ik zit ze achter na als een poes. Is het zo goed? Zie je wel, dat je niet huilen kan as ik het niet wil hebben?’ Het kleine bleke handje bestreelde het moedergelaat, dat van zo dichtbij enkel plekjes voor liliputterkusjes scheen te hebben. Er was geen rimpeltje bij de vermoeide ogen, dat hij niet glad streek, geen rimpeltje dat hij niet in het stikkedonker had kunnen vinden.

‘Vertel nou es,’ babbelde hij, terwijl ze met zusje bezig was. ‘Wat heb je gedroomd, dat je kischt riep? Als je het mij vertelt, zal ik jou ook vertellen. Ik heb zo prachtig, zo vreselijk prachtig gedroomd, maar eerst jij, anders zeg ik niks.’ ‘Dat weet ik nie meer,’ zei ze zwakjes lachend. ‘Iets van een hond, die me, geloof ik, wou bijten. Maar toen werd ik wakker.’

‘Anders niks,’ zei hij teleurgesteld. ‘Wie droomt er nou van een hond? Daar hoef je niet eens voor te gaan slapen! Nee, dan heb ik het fijner gehad. Omdat ik jarig ben! Maar als ik niet jarig ben, droom ik altijd van prinsessen in hermelijn, enne van prinsen zonder broek an, met een hakmes opzij, enne van gouwe tafels en stoelen. Weet je waar ik vannacht geweest ben? Raai es!’

‘Hoe kan ik dat, liefste?’

‘Helemaal boven in de hemel.’

‘Ach jongen,’ zei ze, een tikje ongemakkelijk, omdat ze in haar bijgeloof verschrikkelijk in dromen geloofde, ‘en hoe kwam je daar dan?’

‘Ei was weer zo’n lange zonnestraal op me bed, net as laatst, enne toen klom ik er langs - niks geen moeite, hoor - je stapt ene, tweeje - enne as je weerom glijdt, smeer je je zolen met kalk in, dan ken je geen snars gebeuren - enne nou enne toen werd ik zo heet als het fornuis, omdat die zon

113

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.