De roode Flibustier

Titel
De roode Flibustier

Jaar
1909

Druk
1936

Pagina's
247



aan mijn kostuum op had gelet — in ’r gordel stak ’n vinnige bijl en ’n tros staaldraad bungelde op ’r rug. Nijdasserig, omdat-ie mij moest bedienen — hij liet zich liefst helpen! — sjorde Rijk ’n paar haken, die ’k slordig vast had gegespt, solieder tezaam.

„Wel vervloekt, hou je adem in! Sta niet alsof ’r ’n bult bij je op komst is!.... Waar heb je je buikriem gelaten?.... Wel vervloekt! We komen te laat aan de sluizen!”

Ik zei niets, vond ’t onzinnig zoo tegen iemand, die voor ’t eerst onder zee ging, uit te varen.

Grommend zocht-ie de riem die ’r niet was — die-ie natuurlijk verzuimd had mee te brengen — grommend trok-ie ’m om m’n lichaam aan, of hij de slager en ik de Zaterdagsche rollade was.

’k Kreeg ’n bijl, ’n grootere, zwaardere dan Ruth — ’n breekijzer — ook ’n stalen tros — leek vooi den spiegel, waarin ’k me even achter Rijk’s rug dorst bekijken, ’n bastaard-schoorsteenveger, ’t gekruist ras van ’n brandweerman.

Vragen dee ’k niet meer.

Er ging bij benadering iets van ’n paaschos, ’n begin-sel-martelaar, ’n ter dood veroordeelde, ’n dwangarbeider, ’n aan ’n dakgoot balanceerende (om slechts eenige monsters uit de oneindigheid der stervensangsten te trekken) in me om, terwijl de pootige handen van Rijkaard Rijk me driftig-gehaast verder uitdosten.

Het was niét avontuurlijk. Noch belangwekkend. Noch spannend.

Het was ’t gemartel van ’n vlinder aan ’n speld.

Hij was de speld — ik de geregene.

„Zoo nu zijn we klaar!”, zei-ie, nerveus door z’n neus

81

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.