De roode Flibustier

Titel
De roode Flibustier

Jaar
1909

Druk
1936

Pagina's
247



„Hahaha!” lachte grootva: „weg zijn de helden!”

De deur wou-ie alweer dicht duwen, toen-ie m’n bleekheid oplette,

„Schaam je, jongen,” verweet-ie: „je ziet ’r uit of je zes zware sigaren gerookt heb! Ben jij bang voor ratten?.... Allo de trap af met je lantaarn!”

„Ik durf niet,” haperde ’k.

„Dan gaan we samen,” zei-ie streng.

Drie, vier treden tastte ’k de keldertrap af, kreeg natte voeten. De kelder stond blank.

„Nou weet je voor eens voor altijd wat die gruwel-geluiden zijn,” lei-ie achter me uit, en de lantaarn die-ie uit m’n handen genomen had, belichtte ’t water, dat door den storm buiten bewoog: „....wind en ratten — wind en ratten.... Of zie jij kans hier te huizen!....” Nee. ’t Was nou wel duidelijk, ’t Honde-gehuil dat je tot boven op de zolderkamer hoorde, zóó als ’t op zee stormde, kwam door ’n opengebarsten rioolgat — ’t kermend geklaag door ’t blazen van den wind over ’n ijzeren rooster.

Om te zien hoeveel water ’r was, smeet ’k ’n kalebas van de trap en lachte van plezier — tegen ’t spektakel van den wind in. Want, öf daardoor opgejaagd, öf door ’t licht van de kaarslantaarn aangetrokken: holderdebolder door en over mekaar heen, zag ’k kanjers van visschen, ’n heele school pietermannen met paarlemoeren ruggen en oogen van ivoor.

„Grootva,” riep ’k met-lol-voor-zes: „d’r zwemmen visschen!”

„’t Zal ’n rat zijn,” zei-ie ’n tree terugstappend. „Welnee, grootva — wel dertig, veertig pietermannen! Kijk!”

Ongerust kwam-ie naast me staan. De lantaarn beefde 8

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.