maar vooral de schokken van dien luguberen middag, dwongen ’m ’t bed te houden.
Omdat de doove huishoudster, na ’t sterfgeval van ’r schoonzuster enkel ’n paar ochtenduren bliefde te komen, paste ik den ouden man op — behoorlijk-onbe-hoorlijk door m’n patroon, in dien druksten tijd van ’t reedersbedrijf, uitgevloekt.
En ’k mééd de benedenburen.
In vele slapelooze uren had ’k ze voor gek verklaard
— voor gek èn onbetrouwbaar.
Had de roode phantast me alles, zonder restrictie, uiteengezet, ’k zou ’m niet van z’n lijf te slaan zijn geweest. Dat scheen-ie dién nacht nog niet aan te durven
— en ik insisteerde niet ernstig, sekuur als ’k ’n twee-ling-broertje van den schulpenvisscher met de „Trak-hener hengsten” in ’m zag.
,,Dans le doute abstiens toi”, zeggen de Franschen. Onthou je bij twijfel.
Hetgeen echter zielkundig de grofste larie is, omdat jij wel je heil in abstinentie kan zoeken, maar de twijfel jóu geen seconde met rust laat. Ik bedoel dat ’n je terugtrekken, ’n op ’n afstand blijven, ’n je ver-standiglijk opsluiten (bij twijfel), meestal ’t verrassend gevolg schept, dat de door je gemedenen onder je positief-magnetischen invloed geraken.
’n Zwijgende krijgt ’n nimbus van wijsheid, ’n Onverschillige plukhaart vrouwezielen. ’n Zich niet meer vertoonende wordt verlangd en besproken. Qui se laisse attendre, se laisse désirer....
Ruth, Wanda, Rijkaard begonnen belangstelling te toonen, wipten om de bij-mekaar-gelaptste motieven de zoldertrap op — naar grootva’s welstand informee-rend — ’n potje jam aandragend — ’n geëmailleerd
62