De roode Flibustier

Titel
De roode Flibustier

Jaar
1909

Druk
1936

Pagina's
247



’t Is toch te mal dat jij ons insluit, terwijl we vijf minuten, precies vijf minuten....”

„Volle twaalf uur!”, viel ’k haar grof in de rede.

„Nu overdrijf je, Ezechiël”, vleide ze, ook met iets on-derworpens: „toe jongen — we vatten kou....”

„Nee”, zei ’k met ’n hardnekkigheid, die ’t bij ’r óógen geen halve minuut zou hebben bestaan: „’k heb me vanmiddag zélf overtuigd dat ’r geen levende ziel in den kelder was! Jullie doen zóó ellendig, zóó liederlijk, zóó hondsch-verdacht, dat ’k ’r de justitie in meng!” Bij dat woord werd ’t ongezellig-stil achter ’t hangslot.

Met ’t oor tegen ’t paneel gezogen, luisterde ’k.

„Pa”, fluisterde de andere dochter, de zwarte, tergend-vervelende, die zelden ’n mond open dee (werkelijk ’n spóók!)....: „we handelen, geloof ’k, verstandig door ’m in vertrouwen te nemen....”

„Denk ’r niet aan!”

„Dan worden we héélemaal vrij in onze bewegingen pa....”

„Denk ’r niet aan!”

„’n Hulp kunt ü altijd gebruiken, pa.... Hij ziet ’r fatsoenlijk uit....”

Meer hoorde ’k niet.

’t Bleef ’n kwartier lang zoo verwonderlijk stil (’n stilte die ’k later voortreffelijk zou begrijpen) dat ’k me moest bedwingen om ze niet aan te roepen en zonder voorwaarden binnen te laten.

’n Mensch is nu eenmaal ’n kuddedier en op soortge-nooten aangewezen. Vooral in ’n holle gang, bij ’n walmende lamp. En ’s nachts.

Eindelijk, eindelijk sprak Rijkaard Rijk weer.

En ’n nonsens, ’n hoogmoedig geblaas, ’n geprots, of-ie

46

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.