De roode Flibustier

Titel
De roode Flibustier

Jaar
1909

Druk
1936

Pagina's
247



moest ’k me dat suspect, aan boeven-gedoe herinnerend gescharrel in ’t huis laten welgevallen? — toen de traptreden (waakscher dan de tandelooze Cresus) aansloegen, en ’k nog net den tijd had ’n half-geschil-den aardappel in den emmer te ploempen, om niet als ’n Jan-hen bij dermate onfiere bezigheden verrast te worden.

Met ’t hoofd in de trapopening, lachte z ij om de belabberde situatie.

„Of u zoo beleefd wil zijn even bij papa te komen?”, vroeg ze.

„Waarvoor?”, zei ’k, met den onwil en de schichtigheid van iemand, die iets op z’n geweten heeft. Het duo „kennismaking” met den aanmatigenden sinjeur en ’t vooruitzicht van ’n derde en malschere botsing, na m’n betrapt-worden bij de kelderdeur, waren geen aanbevelingen van voornamen huize.

„Papa wil ’n oogenblikje met u babbelen”, sprak ze zoo innemend en lief, of ze ’r „laffe bengel” van daarstraks in droom-toestand had beweerd.

„Dank u wel”, verweerde ’k me tegen de geniepige, valsche schattigheid van ’r oogen: „’k heb niets geen trek in nog ’n portie onheuschheden over ’t gebeurde van vanmorgen....”

„Daar heb ’k pa geen wóórd van gezegd”, lóóg ze: „en ’k moet u ook nog excuus over m’n lompen uitval over uw ouders vragen.... Heeft u ze zoo vroeg verloren?”

Ze zat in de trapopening, half in schemer — was om te stelen. Ik, de natte, smerige aardappelhanden op den rug, zou ’r m’n gróótste geheimen op slag verteld hebben, als ze ’r om gevraagd, en ik ’r bezeten had.... „Ze zijn tegelijk verdronken — op zee met ’n Ameri

29

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.