De roode Flibustier

Titel
De roode Flibustier

Jaar
1909

Druk
1936

Pagina's
247



„Dat merk je!” snauwde ze, kattig — de tafel tusschen ons latend. (Zoo als we alleen waren, beschreef ze bogen, bang voor vrijpostigheden).

„God zij gedankt!”, riep ’k, op m’n woord en bij uitzondering oprecht. (Ik zeg dit, omdat men bij dezen uitroep ook pleegt te liegen).

„Dat zou ’k niet zoo voorbarig beweren”, zei zij, bij de deur: „honderd tegen een heeft ze ons in ’r doodsangst beneden gezien....”

„Wat hindert dat?”, praatte ’k opgelucht — blij dat ’r geen dooie in huis was — en ’r nasluipend, luisterde ’k voor de zooveelste maal aan de keukendeur. Maar luisteren is alleen deugdelijk als je iets hoort. Zij deden zwijgend, amper fluisterend, zot-geheim-zinnig.

Wanda, die dekens van de bedden kwam halen, was toeschietelijker.

„Komt ze bij?”, vroeg ’k nog eens.

„God zij gedankt, ja”, sprak ze, in herhaling van mijn woorden: „en als ze ’t ’r bovenop haalt, heeft ze dat jóu te danken!”

„Da’s erg lief van je — daar ben ’k je hartelijk erkentelijk voor”, zei ’k ’r ’n hand toestekend — ’t eerste ver-zoeningsteeken na de ruzie over de portefeuille met den kousenband.

Ze nam die met zoo lieve, trouwhartige uitdrukking in ’r oogen aan, dat ’t me even trof — ’k draai ’r niet om heen: éven. ’k Was en bleef gek met Ruth, de ongenaakbare, trotsche, in ’r doen en laten geenszins sympathieke. ’k Hield niet van de andere.

Als je twintig bent, ben je zoo stumperig-wreed dat je je gevoelens tóónt.

Als je twintig bent, bemin je ’r één.

165

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.