De roode Flibustier

Titel
De roode Flibustier

Jaar
1909

Druk
1936

Pagina's
247



werd, en die geen kous-wrijving schijnt te kunnen verdragen — en.... en.... klopte geen twee minuten later, met ’t gevoel van ’r nou minstens-zéér-toonbaar uit te zien, aan.

„Ja?”, vroeg de meneer met ’t wijnroode haar, die R ij k a a r d R ij k, volgens ’t contract moest zijn, en dat enkele twee-letterige woord „ja” had de onhebbe-lijkste, onbeminnelijkste beteekenissen van: „wat mot je?”, of „ruk zoo gauw mogelijk uit!”

In de kamer naastan, die wij voor goeie kamer gebruikt (of liever niet gebruikt hadden, daar ’n goeie kamer een zaak van platonische liefde is) hoorde ’k ’t gelach der twee dochters.

„Ik ben Ezechiël de Wilde, de kleinzoon....”, stelde ’k me voor, en de inventarislijst beefde in m’n hand, omdat m’n huurder zoo ongewoon-voornaam, althans zoo onbereikbaar deed.

Op de tafel met ’t nieuw een-guldenskleed (ach, wat hadden we ons uitgesloofd!) had-ie zich de handen gewasschen — en nu, zonder zich te verwaardigen me te antwoorden, haalde-ie zich de lange, zeldzaam-lange nagels uit.

Zulke nagels had ’k nog nooit gezien.

De mijne had ’k tot m’n twaalfde bebeten — daarna, om me dat af te wennen, om den dag geknipt, met m’n zakmes.

„Ik kwam hooren of alles naar uw zin is!”, hernam ’k na een zoo niet pijnlijke dan toch je houding verwoestende stilte.

„Och ja....' ’, zei-ie met den welwillendheids-glimlach van ’n deurwaarder, ’n ambtenaar-van-’n-departe-ment, ’n vorst-in-de-provincie.

„Dat doet me genoegen”, praatte ’k z’n nagelschaartje

17

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.