De roode Flibustier

Titel
De roode Flibustier

Jaar
1909

Druk
1936

Pagina's
247



Hij was op ’t aardappelveldje bezig.

Zij, met naar loog en zeep onwelriekende handen, hielp. En zei zonder ’n blad voor d’r mond te nemen: „....Hoe kom jij daar toe, De Wilde, om bij Sligting te gappen!”

Ik verdedigde me.

Maar geen tien tellen later liep de slager ’t winkeltje in, en me onder ’t mes ziende, riep-ie, de schoelje: ,,....Durf jij nog in ’t dorp kommen, dief!”

Ik antwoordde niemendal, stond halfgeschoren op, vluchtte.

En ’t zaakje van brandstoffen en groenten, waar ’k diende in te slaan, dorst ’k niet binnen te stappen, omdat ’r visschersvrouwen aan ’t kletsen waren. Buiten, op den duinweg, herademde ’k.

Zoolang ’r geen berichten van de Verwachting kwamen, moest ’k ’t dorp voortaan mijden.

’n Dief bij ons was ’n schurftige hond.

Officieel was ik op dat moment de eenige.

In ’n plaats waar de menschen voor driekwart met open deuren sliepen, was ’n aangifte bij de politie voldoende, om je, inclusief de vier eerste van je generaties, onmogelijk te maken.

Bij de sluizen ontmoette ’k ’n stel meisjes en jongens, kinderen die langs ’t strand hadden geschooierd.

’t Gehamer der klompjes sloeg ’n vroolijk geklapper over ’t huilen van den wind heen.

Dicht bij me gekomen, stonden ze stil, gaapten me na — en zoo toen ’k voorbij was, schreeuwde ’r een: „.... Dieven motten zakkies plakken, hihaho!”

Ik keek om. Zij, de klompen in de handen grijpend, holden ’r joelend vandoor om ’n eind verder ’t zelfde gezamenlijk te gillen.

154

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.