De roode Flibustier

Titel
De roode Flibustier

Jaar
1909

Druk
1936

Pagina's
247



Terwijl ’k telde, kreeg ’k tranen in m’n oogen (krijgt men ze elders?) — en verdedigde me voor ’t laatst. „Meneer”, snuffelde ’k: „ben ’k niet altijd fatsoenlijk geweest?”

„Dat zal de politie onderzoeken!”, snauwde-ie, de collectie naar zich toe grazend: „we zullen jou leeren bankjes-van-honderd, die ik schipper Kluit meegeef te vinden!”

Bij de deur, tegen zooveel gemeene verdenking in warmloopend, en met iets heroisch in m’n houding, nu ’k bij ’t geringst actief bewegen zijnerzijds den ge-wenschten afstand bewaren kon, zinspeelde ’k voor de tweede maal op de afschuwelijke gebeurtenis.

„Daar zal u spijt van hebben, meneer!.... Ik weet waarachtig méér dan ’k zeggen mag, meneer!.... Ik durf ’r ’n eed op doen, dat deVerwachtin g.... Ik ben geen dief, meneer!....”

Hij smeet ’t geld in de brandkast, zei driftig: „Pod-doome!”, deed een stap, maar tegelijk had ik ’r minstens tien achter den lenigen rug.

Half twaalf, uur van ontredderende ongewoonheid, was ’k thuis, beklopte de kamerdeur — benee.

Cresus sloeg grommend aan.

„Wie daar?”, vroeg Rijk na ’n poos.

„Ik”, praatte ’k nerveus: „’r is iets vrééselijks gebeurd!”

In z’n slaap gestoord, zoo uit bed gesprongen, ont-sloot-ie onthutst de deur.

Over m’n woorden struikelend, opgewonden, doch met de noodige zelfbeheersching om sommige onbeminnelijke détails te smokkelen, verhaalde ’k de historie van de gewisselde honderd gulden — hoe ’k door


133

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.