DAGERAAD
RAKET Ik stap al op.
ADAM
... .Niet voor je eerst wat eet.
Je bracht hier wat, Raket — je neemt wat mee. RAKET
Mijn mond zegt nee — mijn maag zeit stevig ja.
Aan wie gehoorzaam ik?
GONDA (hem voorgaand)
Toe schiet dan op!
RAKET
Het wordt met zóóveel liefde me gevraagd,
Dat ik geen ridder was, als 'k weigren zou----
(volgt haar met gratie) Na u, o edelvrouw — en laaf mij met Een stoer stuk brood en stoere gemzemelk!
(achter Kaar af)
80