HEIJERMANS
VIERDE TOONEEL GONDA MARJOLEIN ADAM RAKET GONDA
Grootvader Adam, heb je dat gehoord?
Daar beef ik van. Als hij niet dronken is,
Dan is de duivel in hem opgestaan!
ADAM (lachend)
Wat opgestaan?.... Hij mot naar bed toe gaan,
Om uit te slapen heel die zotte roes!
Dat komt niet thuis en leeft op grooten voet,
En schopt lawaai en ziet ons drieën niet,
Mij niet en Marjo niet en niet het kind En ook den bijbel niet dien 'k lezen wou. ...
Ik zeg dat neemt voor hem een heel slecht eind!
(tot Marjolein)
Heb ik gelijk?
BLINDE MARJOLEIN
Ik zeg: hij heeft verdriet.
GONDA
Verdriet? Met al dat geld? Nou 't is gelukt!
Jij heb toch niet z'n valschen lach gezien.... BLINDE MARJOLEIN Ik heb zfn lach en méér dan dat gehóórd....
GONDA
Jij hoort! Jij hoort! Wat doe 'k met zotteklap!
Een ander man geeft aan zijn vrouw het geld:
Hij heeft er zeventien nóu al verbrast
Aan Abraham, aan Markus en de rest!____
Zoo als-ie slaapt, haal ik 't z'n zakken uit!
RAKET (lachend)
Grootva, 'k ben hier in maanden niet geweest,
Maar als er wat veranderd is — 't krakeel Zit hokvast in de lucht bij hem en haar.
De voordeur gaat het uit, de zijdeur in____
GONDA Wie heeft jou hier gevraagd?
BLINDE MARJOLEIN
Hij kwam voor *t kind.
79