HEIJERMANS
Jij flapt er wilde, domme dingen uit,
Of d’ eerste, beste schooier van het dorp Je onderwijst — en mee naar kroegen neemt.... RAKET
Je heb gelijk — 'k heb er niet aan gedacht....
Ik ben een stommerd, Marjolein!.... Nog kwaad? BLINDE MARJOLEIN Welnee, Raket.... Je raakt mekander kwijt,
Jullie benee en wij — in eenzaamheid,
Hier boven op den berg, waar elk pedaal En iedre werkbank in de stof vergaat,
Nu d' arbeid niet meer loont. Wat jaren nog, Misschien wel enkle maanden, jongenlief,
En jij loopt ons met snellen pas voorbij,
RAKET
Dank je! Hoor je hoe hatelijk ze wordt?
Dat heeft ze me gemeen betaald gezet!
(schaterlacht) Ik loop! Met snellen pas! Dan word ’k bekroond! Dan krijg ’k van den Landheer ook een zak Met duizend gouden rijders volgepropt! (lacht)
75