HEIJERMANS
BLINDE MARJOLEIN Zou 't zoo erg zijn?
ADAM
Zoo erg. Maar ‘t is niet erg, Wanneer een zieke tak wordt af gerukt.
Wat zou er van dat kind geworden zijn?
Ze was al ziek toen ze geboren werd.
BLINDE MARJOLEIN Grootva, ben jij niet bang om dood te gaan.... ? ADAM
Ze vragen dat aan óüwe menschen meer....
Maar vraag je ooit, wanneer een zuigeling Voor 't èèrst de kleine vuisten balt, en schreeuwt, Of hij soms angst heeft ’t leven in te gaan? Elke geboorte heeft een kiem van dood —
En elke dood. .. . Wat weten wij er van? BLINDE MARJOLEIN Ik sta wel op, als alles stil in ’t huis,
En bet mijn voorhoofd tegen ’t vensterglas En schrik als ’k bij het tasten spinrag voel,
En als 'n vleermuis- heenschiet langs het raam, Wijk ik terug in kille huivering.
Van nacht i n nacht — wat is het onderscheid? ADAM
Jij vraagt. Ik vraag. Wij weten evenveel.
Wie is er eerder aan de beurt, het kind Of ik? Mijn rug is krom, mijn haar is wit —
En toch weet 'k niet of sterven mooglijk is.
Hoe kun je gissen waar de grens begint?
Je ziet jezelf niet in den grooten slaap,
Wanneer je lichaam onbewogen leit,
En er geen stervling je meer wekken kan....
De andren zeggen: hij is heengegaan En leggen je bij nóg weer andren neer,
't Is schijn. Het beeld van Alles neem je mee,
Een beeld dat in je eigen ik zoo rijp Volgroeide als een vrucht, die nedervalt,
En in God’s lieve aarde wortel schiet. . . .
Ik reik de hand aan wie er na mij komt,
En elk geslacht leeft wéér in wonderen.
Of ’k kijk — of met jou hier in ’t duister zit:
69