Droomelot. (worstelt zich los, wijkt tot dicht bij de schouw) Laat eerst m’n vader vrij...
Regent, (onstuimig) En als-ie ’t is?
Droomelot. (zacht en op schreien af) Dan geef je mij een kus — en ik zal jou een geven...
Regent. Een ? Een! Ik tel je heele lichaam af! Hij ’s vrij!
Droomelot. Wanneer?
Regent. Vandaag!
Droomelot. Nog vóór den avond?
Regent. Nog voor... Nog voor... Wanneer jij wil!
Droomelot. Als je onwaarheid spreekt — en me beliegt!
Regent. Ik geef m’n woord! M’n woord! Kom dichterbij! Ik heb wat voor je meegebracht, dat ’k zelf moet om je naakte halsje leggen (toont parelsnoer).
Droomelot. (doodelijk bevreesd) Ik draag alleen m’n moeders beeld!
Regent. Dan hou je dit en draagt dat van je moeder... Of hebben ze dat afgenomen?
216