Droomelot. Nee. Nee. Ik heb ’t daar! (met gebaar naar slaapstee).
Regent. Haal ’t dan hier...
Droomelot. Waarom ? Waarom ? Ik wil niet ruilen!
Regent. Dat hoeft niet — haal ’t hier! [gaat haar na, verspert haar den weg).
Droomelot. Je zei... Je zei...
Regent. Ik zei... Ik zei... (dringt haar in de slaapstee).
Droomelot. Hulp vader, vader, vadertje!
Sero. {die met ’t hoofd in de handen gebukt heeft gezeten, staat onrustig op, staart luisterend voor zich
uit, zet zich opnieuw en sorteert.
— doek —
15 217