dood, geen God... Maar in den katechismus staat...
Sero. Staat vraag aan antwoord vast-gekoppeld!
Droomelot. O vadertje — de stem van God...
Sf.ro ... Dat is een mensche-stem uit vróéger eeuwen! ’r Is vandaag geen God — ’r was ’r geen!
Droomelot: O vadertje — O schimp zoo niet!
Sero. Wie schimpt, m’n kind? Schimp ik, die zeg:... wil je een godheid ééren — ontken hem dan, omdat hij anders één word t met het vuil, de leugen en ’t bedrog, ’t onrecht en de schand’, waarin wij leven! Schimp ik, m’n kind, die van geen God wil weten, ’n God, die aarde, water, vrucht en dier (met zooveel zorg en scheppingsvreugd gewrocht!) aan ènklen laat en alle andren voor de ploegen spant! Schimp ik, die in ’n mensch geen eeuwig lastdier zie — of schimpen zij, die met den blinden roep: „’r is ’n God!” dien God met wat op aard’ ön-god-lijk en ön-zeedlijk en verfoeilijk werk van mènschen is — vereenen...? Zeg je vandaag: ’r is ’reen, dan stuit dat af op je verstand en je geweten — dan heet hij goed wat wij terecht verdoemen — en wat wij haten, heeft hij lief... Doe zelf je keus... Ik dreig je niet!
Droomelot. ’r Was ’r geen — ’r is ’r geen... Maar morgen, overmorgen, later, vader...
Sero. (starend-glimlachend) Wie weet?... Wie weet
210