De schoone slaapster

Titel
De schoone slaapster

Jaar
1909

Druk
1911

Pagina's
134



Droomelot. De zonde die men erft...

Pater. Heel goed! Heb je de zevende geleerd ? (zij knikt). Wanneer, wanneer kwam de Verlosser? (Sero is, na door 't deurgat gekeken te hebben, wederom op de tafel gesprongen).

Droomelot. Dat weet ik niet...

Pater. Weet je dat niet! Weet je dat niet ? Lees op en weet ’t morgen wel!

Droomelot. „Omstreeks vier duizend jaar na Adam’s zonde is hij gekomen”...

Pater. Wie ?

Droomelot. Onze Verlosser...

Pater, (legt de hand op ’t boek, om haar het lezen te beletten). Kon dan de mensch zichzelven niet verlossen ?

Droomelot. (aarzelend)... Vader zegt ja...

Pater.    Domine ne statuas illis    hoe peccatum! Reken

hun    deze zonden    niet toe!    (hejtig).    Ik vraag niet

wat    ’n loochenaar    van God,    die van    geen zieleheil

wil    weten, jou in    z’n domheid zegt!    (stapt driftig

naar de deur, beklopt die) En als je morgen weer te droomen en te slapen zit, draag ik je voor voor straf! (heftiger) Al moet ’t met geweld, geweld:

204

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.