De schoone slaapster

Titel
De schoone slaapster

Jaar
1909

Druk
1911

Pagina's
134



Droomelot. En geef ons — geef ons heden ’t daag-lijksch brood... (staart droomend voor zich uit).

Pater. Nu! Nu!

Droomelot. Ik dacht...

Pater, ’k Zeg je nog eens — en nu voor ’t laatst — men denkt niet met gevouwen handen!

Droomelot. ’k Heb eens ’n brood zien stelen, pater — en die man...

Pater. Die man, dat was ’n dief!... ’t Onze-Vader! En geen verder praten!

Droomelot. En geef ons heden ’t daaglijksch brood! En vergeef ons (stokt luisterend bij geklop boven) — en vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij — gelijk ook wij vergeven... Dat is ’n moordenaar... Wat moet ’t vreeslijk zijn, Eerwaarde... (hijbeklapt ongeduldig de tafel)... Gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren... Amen!

Pater. Nee, nog niet amen! Hoe is’t slot? En leidt... En leidt...

Droomelot. En leidt ons niet in de verzoeking...

Pater. (haar helpend) Maar verlos ons...

Droomelot. Maar verlos ons van de kwade men-schen...

199

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.