De schoone slaapster

Titel
De schoone slaapster

Jaar
1909

Druk
1911

Pagina's
134



Droomelot ... Onze Vader, die in de heemlen zijt...

Pater. Waar zoek jij nu dien hemel ? Is die daar (,gebaar naar grond) of daar ? (gebaar omhoog). Moet ik jou alles leeren ?

Droomelot. Mijn vader zegt, dat aan den andren kant van d’aarde, die rond moet zijn, de grootste hemel is...

Pater. Jouw vader is een gek en weet van God en hemel niemendal! Je kijkt daarheen als ieder mensh met goeie hersens... Vooruit!

Droomelot ... Die in de heemlen zijt — geheiligd zij uw naam. Laat toekomen uw Rijk! Uw wil geschiede in den hemel... (stokt).

Pater : (haar helpend). En op aarde!

Droomelot. En op aarde... En geef ons heden ’t daaglijksch brood....

Pater. Wat lach je nu! Men lacht niet als men bidt!

Droomelot. Ik lach, omdat hiér onze Vader ’t daaglijksch brood vanzelve schenkt — en buiten, thuis, is ’t wel ’ns weggebleven...

Pater. Je mag niet lachen en niet babb’len en vooral niet denken, als je bidt!... Vooruit!

198

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.