geleefd... (zij kijkt hem lachend aan) Versta je kind ?
Droomelot (monter) 'k Versta alleen, dat we weer samen door de wereld trekken, — jij èn ik...
Sero. Nee, nee — ik wacht nog meen’ge oogst van erwten die uit peulen doppen...
Droomelot. Als we weer samen zijn, vraag ’k jou hoe ’tmoet — hoe ’t is — hoe ’t worden zal — en als ’kniet durf, als ’k telkens omkijk...
Sero... Bang voor schaduwen en kloppen in den nacht...
Droomelot. Dan stap ik met jou mee, waarheen je wil !
Sero. Ik wil zooveel, maar k zit hier vast.
Droomelot. Ik maak je los !
Sero. Maak andren los — en eerst jezelf, m’n kind...
Droomelot. Ik zal.... Ik zal.... (verstart bij sleutel gerinkel bij de deur).
Sero. Je mond — je mond gehouen! (springt van de tafel omlaag, zet zich vlug op den stoel met de zeef op zijn schoot, sorteert, terwijl hij naar deurgat loert).
196