De schoone slaapster

Titel
De schoone slaapster

Jaar
1909

Druk
1911

Pagina's
134



Droomelot. En mag ik met je mee?

Sero. Als ’t kon, dan zei ’k ja! Maar ’t heeft bezwaren, kind... Nee, buiten is ’t niet! Eerallerveiligst-binnen! ’k Heb hier naast jou — is dat niet mach-tig-leuk? .... ’n kamer als een prins, een vorstlijk bed met peluw en matrassen — (den bijbel bedoelend) een boekerij, die eeuwenoud — {het rekje met kom bedoelend) een kast met kostbaar porcelein (de drinkkan bedoelend) — een waterbekken en (de tobbe bedoelend) een antiek bad — en dan — en dan: ik ben gezegend met een voorraad vruchten als ’k in geen zomer en geen winter heb geteld! En jij? Dat ’s keurig hier! Je heb een kamer meer dan ik! Wel, wel, je wordt verwend!

Droomelot. O, lieve vader, ’k heb daar al die nachten zoo’n vreeselijken angst doorstaan!

Sero Voor wie? Voor wat?

Droomelot. Voor... Voor... (houdl zich in)

Sero. Ha-ha-ha! Voor dieven soms? Hier wordt niet ingebroken... Ze breken uit — als ’t kan.

Droomelot. (angstig starend bij ’t kloppen boven) Hoor je dat tikken, dat wel midden in den nacht!...

Sero. Ja, ja — dat is ’n moordenaar...

Droomelot. ’n Moordenaar! ’n Moordenaar!

193

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.