De schoone slaapster

Titel
De schoone slaapster

Jaar
1909

Druk
1911

Pagina's
134



Droomelot. Nee, nee, meneer...

Sero. Meneer? Meneer! Ken je mijn stem niet meer — of klinkt ze zoo — zoo anders in die steenen fuik? Wat weerga, moet ’k door die spleet mijn kop en schoeren wringen, om jou te zeggen wié ik ben... ?

Droomelot: (ontzet op de knieën vallend) O, satan, satan, ’k heb wel veel gezondigd, maar ’k hield zoo van ’r — en ze is m’n moeder toch!

Sero. Daar sta ’k bij te draaien op m’n sokkel! Ha-ha-ha! O, Droomelot, m’n kind — als ik ’n satan ben, dan word ik door den bijbel zelf gesteund op ’t oogenblik! Was jij mijn stem zoo gauw vergeten ? De stem die voor je zong als je niet slapen kon, toen je nog bang was voor ’t avonddonker en voor den stóüten wind en voor de maan, als ze zoo rood en dik langs ’t dak van d’overbuurman kroop... De stem, m’n kind, die bij je bedje boog en je deed luistren naar ’t spel van hoe ’n vader ook ’n moeder wilde zijn... De stem, m’n Droomelot, die later weer voor iedre vraag van jou ’n antwoord had — en met je sprak van god en menschjes — en van de menschen en ’n kleinen god...? Nou lacht je mondje weer, ’t mondje dat daar straks zoo klagend heeft geroepen! Moet ’k nou nóg vragen wie ik ben?

Droomelot. Jij ben — je ben m’n lieve vader. Ik dacht: nee, nee — dat zeg ’k niet... Ben je weer buiten, vader?

Sero. Buiten?

192

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.