Sero. Jawel meneer!
Wachter. Wat vlugger, hè!
Sero. Haasten doet niemand die gelóóft, en die niet storten wil — hij ’s vol tot aan den rand...
Wachter, (de deur openend) Je bek gehouen en geen tegenspraak! En als je weer zoo treuzelt met ’t ruimen van je cel, ben jij ’r vierkant bij! (zet lamp en emmer buiten, kijkt de gang af, zacht) Hij ’s weg! Van mij weet je geen woord!
Sero. Geen woord!
Wachter. Wacht tot ’t donker is! En eerder niet! De schobbejak! De smiegd!... Kan ’k nóg wat voor je doen?
Sero. (enkel aandacht voor de schouw) Nee, niemendal!
Wachter. Dan wensch ik je... Verroest! (sluit de deur)
Tweede Tooneel.
Sero, Droomelot, Kommandant.
Sero (beluistert de stappen, staat in nadenken, neemt van de tafel 'n blad papier, tracht dat voor het deur-luikje te hechten, doet zulks ten slotte met speeksel. Dan draagt hij vlug de tafel naar de schouw, schuift
184