TWEEDE BEDRIJF.
(Het tooneel verbeeldt twee kerkers door cementen muur gescheiden. In beider achterwand een deur met kijkgat. De rechter heeft een langwerpig, betralied venster over eerste en tweede plan, geheel in de hoogte. Een opvouwbaar bed daaronder. Op voorgrond tafel en stoel. De linker-kerker wordt door een onbetralied tuimelraam boven de deur belicht. Een koepelvormige deurlooze opening, in eerste plan, geeft daar tot slaapstee toegang Tegen cement-muur, die aan beide zijden bij voorgrond sporen van een vervallen schouw heeft, staat de tafel met stoel. Op de tafels telkens een lampje. Bij de deuren rekjes met kommen en bijbel. Vroegmorgen).
EERSTE TOONEEL.
Sero. Wachter.
Wachter, (ontsluit deur van rechter-kerker, waar Sero bij de kleine olielamp zit te schrijven. Bij 'tgerinkel der sleutels verbergt de laatste snel eenige papieren. De wachter controleert of het bed goed ingeslagen is, staat in nadenken, werpt dan verwoed z’n sleutelbos tegen den grond) Pardieu! Pardieu!
Sero. Ontstemt u iets, mijn dienaar en mijn vriend?
176