Regent. Hahaha! Of zij! Of zij!... Hahaha! Wat jij ’r leeren kan — dat is mij toevertrouwd! En hoe! Hahaha! (tot Hopman) Hier is ’t bevel! Je plicht! Vooruit! Hahaha! Of zij! Of zij!... (af over trap met Jus).
Hopman, (tot de rakkers) Wat slapen jullie nou! Weet je geen raad! (zij brengen Sero naar het hok, sluiten de traliedeur. Dan wenkt hij ze Regina heen te voeren).
Regina Mag ik ’t kind...
Hopman, (grof) Nee, nee!
Regina. Ik wou ’r enkel...
Hopman, (haar zelf bij een arm grijpend) Nee zeg ik, nee! (duwt haar met de rakkers door de gaanderij-opening.
ACHTSTE TOONEEL.
Sero, Droomelot.
Droomelot (staart als in bewusteloosheid rond, ziet Sero achter de tralies) Vader....
Sero. Kom hier, m’n kind Je heb daar straks
gelogen! (zij stort op het traliewerk toe, kust knielend
z’n hand). Waarom? Waarom? Dacht jij
dat ik op haar afgunstig ben? Sta op!... Geknield wordt hiér genoeg! En geef m’n schoentjes
en ’t testament (zij raapt het Testament op. De
soldenier begint op en neer te loopen).
— doek. —
175