De schoone slaapster

Titel
De schoone slaapster

Jaar
1909

Druk
1911

Pagina's
134



Droomelot. Altijd.

Regent. Mij aankijken! Niet die menschen! En ook niet liegen, droome-Droomelot! Altijd — dat is onmogelijk! Want voor ’n maand had jij je moeder niet gezien!

Droomelot. Dat had ’k wel en iedren dag — al was ’t niet dichtbij.

Regent. En iedre dag — hoe dan?

Droomelot. (haar medaljon bedoelend) Ik heb ’r hier gedragen.

Regent. Laat zien! Laat zien! {zij treedt dicht op hem toe, opent het medaljon, zonder den ketting los te maken. Hij neemt het in de handen) Ja, ja — dat kan ze zijn — ’t kan... (betast haar blooten boezem) Maar als je hier ’n kruisje droeg — in plaats van dat — dan zou — dan zou — wat? — wat?...

Droomelot (angstig-beschaamd achteruit wijkend, de handen in bescherming voor de borsten) Vader!

Sero. (door Hopman weerhouden) Verdoemde ploert!

Hopman. Terug!

Reoina. Als jij ’r n og eens aanraakt, jij...

Regent. Weg met dat wijf, weg met dien kerel! Weg!

172

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.