De schoone slaapster

Titel
De schoone slaapster

Jaar
1909

Druk
1911

Pagina's
134



Rakker, (terwijl de Soldenier naar venster wijkt). Ik was — ik was gevallen, hopman...

Sero. Ja, ja — dat kan ’k getuigen — ’r zijn ’r meer gevallen hier...

Hopman. Mond gehouen allemaal! (tot Regina) Weg jij daar! (tot Rakker)) Wat had ik jou gelast ?

Rakker. Ik heb ’r minstens twintig keer gezeid (naar het linkerhok wijzend) daar in te gaan...

Regina. ... Dat liegt-ie.

Rakker. Lieg ik, Soldenier ?

Soldenier. Ik heb ’t gehoord.

Sero. Ha-ha-ha!

Hopman. Wel alle duivels, is dat hier ’n bende! Als jij nog even kikt, dan sla ’k je in de boeien!

Sero. O, mocht ’t niet?

Hopman. Nee — hier mag niks!

Sero. Niks is niet veel maar als je ’t eenmaal weet genoeg.

Hopman. (tot Soldenier) Marsch ! Ingerukt! Daar in ’t wachtlokaal! En vlug! (tot Rakker) En jij, jij zal je uur onthouden... (Soldenier af).

143

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.