De schoone slaapster

Titel
De schoone slaapster

Jaar
1909

Druk
1911

Pagina's
134



Regent. Waarheen?

Droomelot. Waar ’k nooit meer vadertje ontmoeten kan! Regent. Je vader niet — maar mij ?

Droomelot. Geen sterveling !

Regent. Verdoemd! Ben jij zoo op den dood verzot, enkel uit angst...

Droomelot. Voor zijn twee oogen — ja!

Regent. En voor die van je moeder dan ?

Droomelot. Voor haar? Ik ben geworden wat mijn moeder is.

Regent. En als-ie nu gestorven was — of weer — neem dat eens aan: opnieuw gevangen werd...

Droomelot. Als hij gestorven was — is-ie dat dan ?

Regent. Hij is nog hier — hij is niet weg geweest!

Droomelot. Niet weggeweest ?.. .En jij, je gaf je woord!

Regent. Dat heb ik ook gegeven in m’n roes! (moeilijk pratend en lachend, terwijl zij met eene verjonging van het gelaat voor zich heen staart).

’k Heb dronken wel m’n zaligheid beloofd,

Meer dan ik had en ik belooven kon

16    233

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.