De schoone slaapster

Titel
De schoone slaapster

Jaar
1909

Druk
1911

Pagina's
134



’kZou willen weten of de lente, die Uit jullie kleine kinderstemmen spreekt,

’n Zomer wordt die bloeiend opengaat En aan de landen eindloos stuifmeel geeft! ’kZou willen weten of de rijke vrucht,

Die van geen mensch en toch van iéder is, Door jullie éénsgezind gegrepen wordt En zóó gesteld dat nooit meer ruwe klauw ’t Kost’lijk aardgeschenk vernielen kan...

(De gevangene boven klopt) Dat zien wij twee, jij dief en moordenaar,

En ik, die langs de wegen ben gegaan,

Om zonder aarz’len mensche-plicht te doen — Dat zien wij twee niet meer — maar zij —

[misschien... (zet zich op stoel, sorteert).

TWEEDE TOONEEL.

Droomelot, 2de Wachter, Sero.

2de Wachter, (ontsluit Droomelot's cel, laat haar binnen. Zij neemt haar masker af, geeft dat den Wachter, die haar onder de kin strijkt. Zij wijkt verschrikt achteruit) Hahaha! Doe niet zoo preutsch, jij leep en listig ding! ’k Draag niet m’n oogen in m’n zak en ’k heb twee ooren als trompetten! Ja, kijk maar lekker rond — ’t wordt hier ’n fijne keet!

Droomelot. Wie heeft dat alles hier gebracht?

2de Wachter. Wie? — Ik en m’n maats!

226

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.