9
schakels dezer ontzettende gebeurtenis in m’n tam bestaan te her-eenigen . . .
Was ’t de aanstaande van m’n schrijfmachiniste?... Wilde hij haar listiglijk vacantie bezorgen? ...
Of was Jan met zijn sleutel op ’t kantoor geweest, om mij te dwingen frissche lucht te gaan happen?
Of wasi ’t Adriaan, bang dat ik me in de zomermaanden zou over-tikken? . . .
De eene hypothese stapelde ’k op de andere — de schrikbeelden verdrongen mekaar — vermoeid verdacht ’k m’n beste kameraden
— want: zoo redeneerde ’k, terwijl de rommelend-dreunende donderwagen over ’t dak van ’t Pension henen-botste — deze dief van mijn oude machine kan geen gewone, heel-ordinaire dief zijn.
Men breekt niet in voor ’n oud Ideaal.
Het is èf iemand uit m’n directe omgeving — óf het is iemand, die ’n Ideaal nóódig had — ’n lettré met veel haartjes in z’n inkt
— ’n modern letterkundige, met onleesbaar handschrift . . .
Neemt ’n beslist beroeps-inbreker ’n schrijfmachine mede? Ondenkbaar ...
De absurditeit ligt ’r meters dik boven op.
’n Erkend beurs-spekulant koopt geen twintigje Staatsloterij, ’n Ossen-slachter-en-exporteur plukt geen doode musch. De bende-van-Begeer vernedert zich niet met ’n gebaar tusschen-mal-en-dwaas ten kantore van een Tooneel-onderneming in de maand Juli
— en verwijdert zich niet met ’n Ideaal-schrijfmachine, jaren en jaren in gebruik!
Daarenboven: de beroeps-misdadiger — de waarachtige met in-brekerswerktuigen — weet wat ridderlijkheid is, en zal er niet aan denken ’t gereedschap te moerén, waarmee ’n timmerman, ’n
smid of ’n schoenmaker z’n dagelijksch brood moet verdienen!____
Den auteur van zijn gereedschap ontdoen — hem z’n moderne pen te ontfutselen — ’t gereedschap, waarmee hij honderden Falk-landjes en tientallen stukken schreef te rooven: men spreke nog zooveel kwaad van een gappenden mede-burger — tot aan ’t uur van m’n laatsten proza-regel zal ik m’n geloof in de eer van den vak-man ook op dit gebied blijven behouden!
En dus — wat te bewijzen was, beste vriend en collega: je ben