Open brief aan een dief (serie Heijermans' Camera)

Titel
Open brief aan een dief (serie Heijermans' Camera)

Jaar
1924

Overig
Heijermans' Camera

Pagina's
29



i6

res — maar in het algemeen zijn het normale beesten, die gewoonbeestachtig doen en geen te bizarre mijmeringen opdringen . . •

De Culex van de Vierde Orde, van de Twee-vleugeligen of Diptera, is wat Nietsche zou noemen ’n Ueber-beest, ’n beest met afzonderlijkheden en bestiale neigingen. Ik weet niet of ’t gepast is ’n dergelijke beschuldiging uit te spreken, omdat Rousseau (of was ’t ’n ander: ik zit nog altijd buiten, en heb geen boeken bij de hand om gedocumenteerde geleerdheid te luchten!)

— omdat Rousseau terecht zeide: „La béte est née libre et partout elle est dansles fers!” — èn omdat ’t wijsgeerig inzicht waarschuwt nooit eenig beest ’t hem (haar) toekomend voedsel te onthouden ... Na een zomerschen nacht, als die van gister, neigt men er echter toe ’n Culexcantans — want zij was ’t zij zong zelfs melodieus — te belasteren en met minder minzame oogen te aanschouwen. Dikwijls sprak ik symbolisch: deze man kan mijn bloed drinken — en na en zulke oud-testamentarische zegswijze hield ik mij op discreeten afstand — de Cule'x dronk inderdaad mijn bloed en zoo overmatig, dat zij in een bloed-roes verkeerde en te zat was, om zich aan de hand-der-wrake te onttreken, als ik het vijfde Gebod had willen mis-kennen.

Bij het onkleeden — dien zwoelen nacht — bewoog zij zich in mijn kamer. Listig-bezonnen kiepte ’k haar onder het glas van de waschtafel, schoof er een kennisgeving onder van den Ontvanger der Directe Belastingen, Kerkstraat 96/98 — „vrij van briefport ingevolge Koninklijk besluit van 1 Maart 1915, Nr. Sé**

— en bekeek haar in de handige cel van dichtebij. Hij was een zij. Wetenschappelijk zeker. En ’n Steekmug van ongewone afmeting. De hoornachtige, holle, snuit met de vijf tasters was onbehaard — de vedervormige sprieten, zoo ik me niet vergis, kenteeken van den robusten man-mug, ontbraken. Half-ontkleed, blij met de vangst, boog ik me dicht over ’t glas met de fatsoenlijke waarschuwing der Directe belastingen en bewonderde den merkwaardigen bouw der Culex cantans, de gootvormige onderlip, die als scheede van den geduchten steeksnuit diende, de donkere ringen van achterlijf en vleugels, de boven- en onderkaak, de slanke pooten. En terwijl ’k als wel-opgevoed staatsburger m’n nachttoilet volmaakte, m’n pantalon in de plooien hing

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.