TWEEDE BEDRIJF, ZESTIENDE TOONEEL 59
Stans (geprikkeld):
Wat is daar voor zonderlings aan? Je doet alsof 'k de gewoonte heb te draaien 1 Daar hou'k niet van? Hoe is't mogelijk, hoe is 't mogelijk, dat 'r dadelijk kwesties zijn, zóó als tante....
Cor:
Stans:
Stans:
'tls waar? ’k Zeg wat'k vóél?
Cor:
Blijf hier asjeblief — hoor je me niet? — en wees niet zoo geprikkeld ____
Stans:
’k Ga me kleeden. Tante heeft je misschien wat te zeggen. Cor:
Blijf nog even hier.
Stans:
Nee. (af).
ZESTIENDE TOONEEL.
COR, BETTINA.
Cor:
U moet r verontschuldigen, tante, Ze lijkt me 'n beetje overspannen. Heeft u 'r dikwijls opgezocht, terwijl'k weg was? (Bettina ontkent) Nee? Waarom niet?
Bettina:
Omdat de verhouding niet van de prettigste was. Herinner je maar.... Zij bleef koppig, ik ook. Maar da's bijgelegd, heele-maal bijgelegd en 't spijt me dat ze nu weer op die manier begint. Heusch, die hond____
Cor:
Brisons la-dessus, tante? ‘t Geval is niet zoo hevig. In 't buitenland dacht 'k dat Stans aan u 'n aanspraak.... Dan moet ze 't wél eenzaam gehad hebben, 'k Had u nog zoo in 't station verzocht
Bettina:
't Laat zich niet dwingen, jongen.