6o TWEEDE BEDRIJF, ZESTIENDE TOONEEL
Cor:
Nee,’t laat zich niet dwingen____
Bettina:
En dat van daar net geloof me, dat is me ’t ééne oor in-, 't andere uitgegaan — 'k wéét dat ze niet goed in orde is — al de heele laatste week niet — ze hoeft me geen excuses te maken — gister nog vóór ze je ging af halen, lag ze te bed____
Cor:
.... Daar heeft ze me geen woord van gezegd.
Bettina:
't Is toch beslist zoo.
Cor:
Was ze de hééle laatste week?....
Bettina:
Heb je dat dan niet gemerkt, jongen? Ze ziet ’r vreeselijk betrokken uit, En down als ze was?
Cor:
Hoe kómt u 'r op, tante? Down? Ze was den heelen morgen een-en-al vroolijkheid.
Bettina:
Dan heb ik 'r geen kijk meer op. (een stilte) Hebben jullie soms per brief kwestie gehad? — Nee? — Dan.. . (haalt de schouders op).
Cor (een boekje inkijkend):
U spreekt in raadseltjes, tante.
Bettina:
Heeft ze jou over niéts geklaagd?
Cor (bet boekje nijdig dichtklappend):
Over niets] Wat móést ze dan klagen?
Bettina:
Ik vraag maar — ik vraag maar. En ik merk wel an je bruske bewegingen, dat dat vragen je niet aangenaam is. (staat op).
Cor:
Pardon, die bruske beweging sloeg op iets anders. Wat had ze gister voor downheid?
Bettina:
Nee, beste jongen, ik zeg niets meer. 't Komt altijd op die manier aan, dat weet je. Misschien heb 'k me vergist....