EERSTE BEDRIJF, VIERDE TOONEEL
Stans (gedwongen hartelijk):
Ga u meel 't Zal Cor genoegen doen. Cor zal't prettig vinden. Heusch.
Bettina:
Nee. 'k stoor jullie niet. Mogelijk kom ’k van avond nog (opstaand). Moet je je niet aankleeden?
Stans:
'k Bèn aangekleed.
Bettina:
Aangekleed? Wil je Cor zóó ontmoeten?
Stans (triestig):
Zie'k'r nóg te opzichtig uit?
Bettina:
Opzichtig? Je zal toch wel'n béétje toilet maken?
Stans:
De tijden zijn veranderd Vindt u niet? Vroeger....
VIERDE TOONEEL
DE VORIGEN, ANNEMIE.
Annemie (loert de kamer rond, begint aan de tafel te scharrelen).
Bettina (na even ongeduldig gewacht te hebben):
Als je weer binnenkomt, meisje, moet je eerst behoorlijk
kloppen. Niewaar Stans?
Stans:
Ja, dat moet je niemeer vergeten, Mie....
Annemie:
Dacht 't wel Dacht ’t wel....
Bettina:
Wat dacht je wel?
Annemie:
'k Heb 't niet tegen ü— In geen maande 'n woord geweest en nou zoo ineene — Jawel, dacht ’t wel.
Stans (timiede):
— Mie, wees zoo vrindelijk en ruim strakjes af.
Annemie:
O, mag 't nou niet? Mag 'k'r niet bij wezel....