14 EERSTE BEDRIJF, DERDE TOONEEL
Stans:
Misschien niet.
Bettina:
Was’t niet voor je bestwil?
Stans:
Misschien ja.
Bettina:
Vier maanden heb'k haast niemand gezien. Op mijn leeftijd voel je je wel eens eenzaam.
Stans:
Op den mijne — ook.
Bettina:
üj?
Stans:
Ik.
Bettina:
Laat’t uit zijn. — Wil je me'n zoen geven? — Nee?
Stans (dof):
U komt 'n beetje te laat. 'k Heb al die weken, die vier maal vier weken, aan niemand aanspraak gehad, aan niemand, niemand .... Als 't langer geduurd had, was 'k misschien gek geworden (smartelijk de handen wringend ) En nou't einde
'r is, weet ’k nog niet hoe ’t moet____
Bettina:
'k Begrijp je niet, 'k begrijp je heelemaal niet. Wat bedoel je? Stans:
'k Bedoel,,.. (Annemie treedt binnen, neemt den suikerpot van de tafel, loert, gaat weer heen).
Bettina:
Mag die zoo maar binnenkomen, zónder kloppen?
Stans:
Nee, natuurlijk.
Bettina:
En je laat 'r begaan....
Stans:
.... 'k Zou'r wel wegsturen dat zou'k zéker (glimlachend),...
’t Is zoo moeilijk 'n andere meid te krijgen, een die je vertróü-