9
tweemaal, omdat de knecht geen klein geld bij zich had en eerst gaan wisselen... Toen de banketbakker 'r met de nougat-taart met slagroom, ’t Wiener dessert voor bij de thee en de pain d’amande, waarvan Hugo zoo hield, geweest was, haalde ze opgelucht adem, want nu was alles ’r letterlijk, kon ’r niets meer ontbreken — maar ’t leek of ze geen rust mocht hebben, of de menschen ’i ’r op gezet hadden ’t extra-lastig te maken... De brievenbesteller liet ’r voor niets de trap afkomen om te informeeren of ’r ’n meneer Van Houten op dit nummer woonde — en *n collecteur voor de Evangelische gemeente zeurde 'n halve minuut met z’n voet tegen de huisdeur — en ’n koopvrouw met garen en band was niet weg te krijgen en toen weer was ’t de beambte van de gasfabriek, die den meter kwam con-troleeren — en toen de melkboer voor de leege beugelflesschen, die Tilly in geen dagen had meegegeven — en toen ’n bedeljongen met kleerenhangertjes — en toen ’n straat-muzikant, die ’n kwartier lang voor yt huis ’n buikorgel had staan te be-draaien... Bezig met ’t villen van de ossentong, die niet gaar genoeg scheen en telkens weerbarstig ’n rasperig mepje losliet, tintelde ze van zenuwen, omdat ze met dat ellendig-ongewoon geschel — tenminste zij had er nooit dien last van gehad! — onmogelijk met *t diner klaar kon komen — wond ze zich nog een keer wanhopig op, omdat ’n kerel met ’n aller-ongunstigst uiterlijk met geweld antwoord kwam halen op 'n bedelbrief, dien ze niet onder ’r oogen gezien had — toen hyper-nerveus, doodop van 't gejaag en ’t nutteloos narijden van de schel, deed ze wat ze al veel vroeger had kunnen doen: ze maakte ’n eind aan de bezoeking door den ijzeren trekker van den schel-beügel los te haken. Hugo had 't in z’n ongetrouwde periode, toen hij ’t bovenhuis nog alleen bewoonde, als-ie ongestoord wou studeeren, dikwijls gedaan en zoo dikwijls als-ie in kleinigheden ongelijk had — zoo gelijk had-ie in dit geval, want nu de huisschel niet meer kon luiden, werd ’t weer aanbiddelijk stil in de woning en begon ’t gereedmaken van ’t diner prachtig te vlotten. Tegen vijf uur, als de Lunchroom-kelner moest komen, zou ze den rustverstoorder weer in werking zetten... Gebeuren kon ’r niets, want ze had alles en dat alles moest z’n tijd hebben om klaargemaakt te worden ...
De tafel werd nu een lust voor de oogen. Op de borden, sier-lijker dan in 'n eerste klasse restaurant, piekten de servetten met