Intiem diner (serie Heijermans' Camera)

Titel
Intiem diner (serie Heijermans' Camera)

Jaar
1924

Overig
Heijermans' Camera

Pagina's
29



i8

Iiij ’t hof maakte — aan haar of aan Marianne, ’r zuster — tragisch juist haar zuster...

Tegenover deze muzikale familie, de mee-wiegende en glimlachende moeder — den mee-blazenden en glimlachenden vader — de mee-neuriënde en meer-dan-glimlachende oudste dochter •— de mee-maatslaande en vermoedelijk-ook-glimlachende jongste dochter — zat hij, Driessen, de man met de hermetisch gesloten ooren, de meest volkomen onmuzikaliteit — en hij zou al lang uit ’t Hotel-Restaurant met Afterdinner-Concert zijn af gereisd, als er in de oogen van de oudste dochter — *n waarachtig beeldje van ’n kind — niet iets fascineerends was geweest, dat ’m vasthield en z’n wil aan flarden trok...

Ik trouw nooit, had-ie zich na wat teleurstellingen en na de misère, die-ie bij z’n meeste vrienden waarnam, vast voorgenomen — en als ik ’r ooit invlieg dan zeker geen vrouw, die van muziek houdt of musiceert — en nu zat-ie niet enkel als ’n idioot te luisteren naar 'n sentimenteel-spelend orkest, nu glim-lachte-ie niet alleen dierbaar-voos mee, omdat zij met de troebeï-grijze oogen neuriede en in muziek-zaligheid versmolt — nu had-ie *r als ’n 'r op los liegende Hoogere-Burger-scholier, bang voor de oogen van den Wiskunde-onderwijzer, de meest drieste onwaarheid uitgeflapt dat hij ook pianospeelde! Waarom-ie op de vraag of-ie Jt dee, dat onnoozele, „O, jawel !” uit z’n mond had laten vallen — waarom hij, die ’r prat op ging, nooit andere onwaarheden, dan die de wellevendheid opdrong, uit de spreken, plots als 'n hystericus gefantaseerd had, zou-ie niet hebben kunnen verklaren... Hij wou niet trouwen en zat te hunkeren, om in den avondschemer op ’t terras 'n glimp van de goddelijke oogen te zien — hij had gloeiend 't land aan muziek en aan muziek-liefhebberende dames en hij zat mee-te-lodderen met 'n zoet kenners-glimlachje en mee-te-neurien bij 't orgel-gedrens van Mignon met hardop-ginnegappende bakvischjes, ’t hardop-praten van Amsterdamsche beursheeren, ’t hardop redeneeren van mekaar hier ontmoetende lieve stadsmenschen, 't hardop bedienen van kelners, die ’t bezoek zoo-ineens op dien over-zwoel en zomeravond niet aan konden... Hij — ja, waarachtig hij, Albert Driessen, man van studie en methode — man, die warm liep, als 'r iets gedaan kon worden pour la Vérité en tnarche — de in de oorlogsjaren zoo wanhopig vertrapte „Waarheid” — hij deed onwezenlijk-laf — hij had niet den moed,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.