De moord in de trein

Titel
De moord in de trein

Jaar
1954

Pagina's
201



„Ik heb geen tranen gestort! Wie maakt u die onzin wijs!”

„Ik wil u nu zeker geen onaangename dingen zeggen”, zei Duporc, „maar u spreekt voor de tweede maal, en volkomen-nutteloos, ’n tikje onwaarheid! Ik stond toevallig vlak in uw buurt, en luisterde zonder bepaalde bedoeling, ofschoon mijn vak ’t vanzelf meebrengt, om geen speld en geen woord te verwaarlozen.... Heb ik me zo vergist? Wijlen uw vader zei: „Wat doe je somber, m’n kind  De mensen zullen denken, dat we afscheid nemen .En u antwoordde: „Laten ze denken wat ze willen, als je in Godsnaam maar voorzichtig bent ” Toen

keek meneer Rondeel mij, als mede-luisterende, minder welwillend aan, lette ik alleen nog maar op, dat u die Jan Kikker achter de rug van uw verloofde, die de ene sigaret na de andere rookte, langer aankeek dan — laten wt zeggen: gebruikelijk is....”

„Nu zou ik u één ding willen verzoeken”, viel Clotilde kort en bondig, en zich in hooghartigheid terugtrekkend, uit: „om dit gesprek te staken. Ik ben, niettegenstaande m’n vermoeidheid en m’n zorgen, zo welwillend geweest u te ontvangen, maar ik weiger me aan ’n systeem van vragen en antwoorden te onderwerpen, dat in uw métier

usance schijnt te zijn ”

„Dat is ’t”, antwoordde hij kalmpjes: „maar die usance is in ieder geval verkieselijker dan ’t ongewone, dat ’n dochter de moordenaar van ’r vader sauveert.... ”

Die met berekening en sluipende verfijning toegediende grofheid trof. Met ’n volkomen-ongekunstelde verontwaardiging, en met ’n wild-doorvlammende kleur, die op slag de mooie Clotilde van ’r maakte, de „belle Clotilde”, die ook zonden iets te bezitten, honderd veroveringen zou hebben kunnen maken, sprong ze overeind, en schelde de huisknecht, om de bezoeker die deur te wijzen.

„Zoals u wilt”, zei Duporc, ’n buiging forcerend.

Maar ze had de schelknop nog niet aangeraakt, of de deur werd al beklopt, en de huisknecht kwam binnen.

„Excuseer”, zei-ie: „maar ik heb ’n dringend dienst-te-legram voor deze meneer. De beambte beneden, die stellig Wist dat meneer hier was, Wacht op het regu ”

„Mag ik?”, vroeg Duporc: „ze waren ’r van op de hoogte dat ik tussen 9 en 10 uur hier zou zijn. En ik zei u al dat

ik ’n dépêche wachtte ”

In de hoorbare stilte, terwijl Clotilde hem ingespannen-luisterend de rug toekeerde, zette-ie z’n handtekening, en wenkte de huisknecht heen te gaan.

„Ik had u toch duidelijk verzocht ”, praatte de dochter van Arthur Rondeel nerveus-vertoornd: „om me niet verder lastig te vallen....”

86

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.