„Ik heb de echte niet meer”, klaagde de dame: „die zijn voor anderhalf jaar verkocht, om m’n broer te helpen.. ” „Da’s ’n lélijke complicatie”, zei Jaapje Eekhoorn zacht voor zich heen fluitend.
„Geeft u mij de onechte terug”, soebatte de dame: „dan zal ’k de Assurantie-Maatschappij schrijven, dat die meneer in de trein alles van uit Antwerpen teruggestuurd heeft, dat ik van alle schade-vergoeding afzie....”
„’t Zal niet gaan”, sprak ’t mannetje achter ’t schaak-bord-van-’t-geval: „want ik ben natuurlijk niet zo stom om de klungels hier te bewaren, en als ik ze wel uit handen geef, ben ik aan handen en voeten overgeleverd aan de kuren van ’n vrouw.... Ik ben dol op la femme in ’t algemeen, maar in zaken, vertrouw ik ze net zo ver als ik ze zie.... ”
„Als ik u ’n cheque op m’n bank geef ” ,
„Ach kom! Zie ik ’r zo jong uit?”
„Dus u vertrouwt me niet.... ?”
„Voor geen cent! ’n Dame, die op ’t punt stond ’r ’n
Assurantie-Maatschappij in te laten vliegen, zal zich geen seconde generen ’n arme drommel in z’n woonschuit te pakken te nemen. ...”
„Wat wil u dan?”, vroeg de gesluierde nerveus.
„Ik wil niks”, zei Jaapje: „ik heb enkel beleefd om wat contanten te vragen.”
„Ik heb geen geld bij me ”
„Was u bang, laten we zeggen: hier begapt te worden?”
„Dat was ’k Als u mij morgenochtend die valse
stenen terugbrengt, kunt u contant vijfhonderd gulden
meekrijgen.... Maar ook geen cent meer En ’k schriji
nog vanavond aan de Justitie en aan de Assurantie, dat m’n hoofd in de war was, dat ’k me vergist heb, en m’ri
klacht terugneem ”
„Da’s heel verstandig en heel onverstandig”, redeneerde Jaapje Eekhoorn: „maar in ieder geval uw zaak. Ik kar op ’t ogenblik niet ja en niet nee zeggen, omdat mijr compagnon ’n stem in ’t kapittel heeft. We hebben we: geen notarieel contract, maar juist daarom dienen we nik? te doen zonder mekaar behoorlijk te raadplegen.^
„Waar is die compagnon dan?”
„Voor zaken en gros op reis....”
„Ver weg?”
„Daar mag ik me niet over uitlaten.. Zakengeheim. „Hoe bereikt u ’m dan?”
„Intercommunaal — we zijn kinderen van onze tijd. „Ik zal zorgen morgen twaalf uur alleen thuis te zijn, en zal u persoonlijk open maken.... U geeft mij de ringen, ’t collier, de paarlen knoppen — ik u contanr vijf* honderd gulden....”
78