bord ’n negental vergulde sigarettenstompjes, als soldaten in ’t gelid waren gereid.
’r Lag ’n gebruikt, over ’t hoofd gezien Gillette-mesje en ’n tot ’n propje verwreven gekleurd papiertje, dat de detective met gespannen pupillen onder ’t licht van de damp bekeek. Z’n vondst scheen ’m zo te interesseren, dat-ie ’t kloppen op de kamerdeur niet hoorde, en door de kelner, die ’m beneden bediend had, verrast werd.
„De trein is weg”, zei de man, de verdwaalde logeergast wantrouwig bekijkend: „ik had u naar boven zien gaan,
en snapte ’r niks van ”
„Ik had wat vergeten”, antwoordde Nathan Marius rustig.
,,U heeft toch niet hier geslapen?”
„O, nee. Dat niet....”
„Wat doet u dan op deze kamer?”
„Iemand zoeken”, glimlachte de politie-man met de kalmte van ’n mens met onbezwaard geweten.
„Dat is heel aardig, meneer”, zei de kelner: „maar ’t is niet de gewoonte dat logees, die betaald hebben, in kamers, waar zs niet horen, blijven rondscharrelen In
de appartementen, waar die Fransen logeerden is ’t ook niet in orde.... Daar brandt ’t licht en is de deur aan de binnenzij gegrendeld, terwijl ’r niemand meer is....” „Dat is mijn schuld”, biechtte Duporc: „en ik zal dat dadelijk herstellen....”
„Was u daar ook?”
„Juist, jonge man”, praatte de indringer zeldzaam vergenoegd.
„Hoe ben u ’r dan uit gekommen — met ’n dichte
deur ?”
„Door ’t sleutelgat....”
„Ik zal u één ding zeggenzette de kelner ’n zin van gerechtvaardigde verbolgenheid in, maar de ander voorkwam de uitbarsting met de voorbeeldige takt van ’n rijksdaalder-biljet-doux.
„Jonge man, praat minder, en geef me vlugger antwoorden op vragen, die ik je zal stellen. Ik ben van de Recherche. M’n vriend Verduin van jullie Politiebureau zal je de beste inlichtingen geven. Hier is m’n penning.
„As u ’t hotel maar niet in opspraak brengt....”, zei de kelner zwakjes.
„Integendeel, vriend! Dat zul je later merken. En nou met de bekwaamste spoed, want ik pak de eerste de beste of slechtste trein. Was dit raamspanjolet defect?”
„Dat ken wel, maar dan wordt ’t nog vandaag hersteld ”
„Wie hebben hier in deze kamer overnacht?”
„Die Engelsen of Amerikanen. Ik zei u al....”